Faalangst is de angst om iets fout te doen. Veel kinderen hebben dit wel een beetje, het helpt kinderen zelfs want het zorgt ervoor dat ze hun best doen. Gezonde spanning kan ieder mens op een goede manier op scherp zetten. Maar wanneer je merkt dat je kind erg bang is om dingen fout te doen, dan kan het een probleem worden. Je kind kan dan zo gespannen worden dat het niets nieuws meer wil doen, juist meer fouten gaat maken omdat het niet meer heel goed (helder) kan nadenken en soms bevriest een kind zo erg dat het helemaal niets meer kan omdat het bang is dat alles fout gaat. Dan is het goed om hulp te zoeken voor je kind en als ouders/ verzorgers adviezen te krijgen hoe je hiermee om kunt gaan.
Bij faalangst wordt vaak gedacht aan iets niet durven te doen. Het houden van een spreekbeurt of presentatie bijvoorbeeld. Het gevoel van faalangst komt echter voor op meerdere gebieden: cognitieve (leren), motorische (voelen) en sociale faalangst.
Bij cognitieve faalangst ben je vaak bang om niet slim genoeg te zijn voor datgene wat je moet gaan doen. Motorische faalangst uit zich in het voelen van prestatiedruk en spanningen. Bij sociale faalangst kunnen gedachten aanwezig zijn als: ‘Wat vinden anderen van mij?’ ‘Hoor ik er wel bij?’
Wanneer er faalangstige gevoelens ontstaan, wat zich uit in gedrag, is het belangrijk om met de gedachten aan de gang te gaan. Wanneer de gedachte in een situatie aangepast wordt, zal het gedrag mee veranderen.
Mensen leren het meest van wat ze om zich heen zien. Dat geldt dus ook voor kinderen. Hierdoor is het mogelijk om faalangstige gevoelens bij kinderen te verminderen. Dat geldt zowel voor de situatie thuis, als op school. Wanneer er fouten gemaakt mogen worden en het kind het gevoel krijgt dat het mag leren, vermindert dit de interne spanning bij het kind.
In de training 'Je bibbers de baas', voor kinderen van 8-12 jaar, leren kinderen hoe zij angstsignalen en gevoelens kunnen herkennen en hoe ze zich beter kunnen ontspannen. De training wordt gegeven door MDFlevoland.
De faalangstreductie training is bedoeld voor leerlingen in het voortgezet (speciaal) onderwijs die lichte faalangstige klachten hebben. De training is preventief van aard, waarbij de leerling ofwel in groepsverband ofwel zelfstandig online werkt aan het reduceren van zijn klachten. De trainingen worden gegeven door Welzijn Lelystad - Jeugdpreventiewerk.
Lees meer over de groepstraining
Lees meer over de online training
Soms kan het lastig zijn om te herkennen dat een kind of jongere last heeft van angst. Hoe merk je het op en, nog belangrijker, hoe kun je hierbij helpen? In dit blog lees je hoe angst zich op verschillende leeftijden kan uiten en geven we praktische tips voor zowel ouders als professionals om kinderen en jongeren te ondersteunen.
Op elke leeftijd zijn de klachten van angst anders. Bij kinderen in de basisschoolleeftijd (4 t/m 12 jaar) kun je merken dat hij of zij meer huilt, meer moeite heeft met in slaap komen, vaak wakker wordt, in bed plast, klaagt over hoofd- of buikpijn, niet wil praten of juist heel erg aanwezig is.
Bij jongeren (12 t/m 21 jaar) kun je merken dat hij of zij zich ineens heel erg terugtrekt of zich juist overdreven zelfverzekerd gaat gedragen en heel stoer doet, hoofd- en buikpijn heeft, vaker gaat spijbelen of veel vermoeider is dan anders.
Je kunt het kind helpen door de tijd te nemen om met je kind erover te praten. We hebben hiervoor de volgende tips:
Wil je meer weten hoe je je kind hierbij kan ondersteunen of heb je hier vragen over? Mail dan naar info@lisalelystad.nl en we denken graag met je mee.
Wil je meer weten hoe je een kind of ouders/verzorgers hierbij kan ondersteunen of heb je hier andere vragen over? Mail dan naar info@lisalelystad.nl en we denken graag met je mee.
Hoe ga je om met spannende momenten op de basisschool? Voor het ene kind is dat makkelijker dan voor het andere. En hoe ga je daar dan weer mee om als ouder? Lisa Lelystad's Daniëlle Groenestein is gezinscoach bij MDFlevoland en geeft in de uitzending bij Omroep Flevoland advies over omgaan met spanning. Bekijk het fragment hieronder.
******
Deze tips krijg je van Lisa Lelystad. Heb je zelf een tip die nog niet in het rijtje staat? Laat het ons weten!
Of nou ja, de decembermaand? Voor veel kinderen voelt de periode van Sint Maarten tot en met Oud & Nieuw als één groot, spannend geheel. We gaan van het ene feest naar het andere, en elk feest lijkt spannender dan het vorige. Sint-Maarten hebben we inmiddels al achter de rug; nu is Sinterklaas weer in het land. Ontzettend leuk! Maar ook: ontzettend spannend.
Voor kinderen die moeilijk omgaan met veranderingen of onvoorspelbaarheid, kan de feestperiode extra uitdagend zijn. Maar als ouder wil je natuurlijk dat je kind plezier beleeft aan deze bijzondere dagen. Een goed startpunt is om een open gesprek te voeren:
Het lijkt belangrijk om alles te doen “zoals het hoort,” maar als dat extra spanning oplevert, wordt het feest er niet gezelliger op. Soms helpt het om kleine aanpassingen te doen, zodat je kind zich veiliger voelt.
Heeft je kind moeite met het idee dat pieten zomaar binnen kunnen komen? Probeer dan eens:
En wat als pakjesavond heel spannend is? Leerlingen uit groep 8 van de Herman Bekiusschool hadden goede tips:
Hetzelfde principe geldt voor andere feestdagen. Maak duidelijk wat je kind kan verwachten:
Feestdagen zijn er om samen te genieten. Juist door kleine aanpassingen te doen, kun je veel spanning of angst wegnemen. Vraag je kind wat hij of zij fijn vindt en pas het feest daarop aan. Zo maak je er samen een onvergetelijke tijd van.
Veel plezier met elkaar!
***
Dit blog is voor Lisa Lelystad geschreven door MEE Samen. In de gemeente Lelystad kun je bij MEE o.a. terecht voor Integrale Vroeghulp voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 7 jaar. Ook organiseert MEE verschillende cursussen en gespreksgroepen in Lelystad. MEE maakt deel uit van het kernteam van Lisa Lelystad.
December is gezellig, maar ook druk. Na Sinterklaas volgen snel Kerst en Oud en Nieuw, wat voor kinderen spannend kan zijn. Dit kan leiden tot drukker gedrag, minder goed luisteren en sneller boos worden. Hoe kun je deze spanning verminderen en je kind helpen de decembermaand goed door te komen? Wij geven je 5 tips!
Download de printbare Tipsheet 'Spanningen rond Sint & Kerst' (pdf)
Kies samen met je kinderen welke activiteiten het belangrijkst zijn. Je hoeft niet overal aan mee te doen; minder kan soms beter zijn voor de rust thuis. Als ze de intocht van Sinterklaas belangrijk vinden, kun je andere activiteiten overslaan.
Deze vijf tips helpen bij het verminderen van spanningen rond Sinterklaas en Kerstmis. Op deze website vind je nog meer informatie en tips, bijvoorbeeld in het blog ‘De spanningen van de decembermaand’. Heeft je kind vaker last van angsten? Kijk dan eens of er iets tussen de trainingen zit waar jouw kind wat aan heeft of bekijk de tipsheet ‘Omgaan met angstklachten’.
******
Deze tips krijg je van Lisa Lelystad. Heb je zelf een tip die nog niet in het rijtje staat? Laat het ons weten!
In de training ‘Eerste hulp bij Faalangst’ helpen de jeugdpreventiewerkers van Welzijn Lelystad leerlingen van het voortgezet onderwijs op Aeres en Porteum omgaan met faalangst. Zij zien welke klachten leerlingen ervaren, horen de verhalen hierachter en helpen jongeren met nieuwe inzichten om hiermee om te gaan. Deze blog geeft een inkijkje in hoe faalangst kan ontstaan en wat kan helpen.
Hoe faalangst ontstaat, verschilt per jongere. Soms kan het simpelweg de overgang zijn van basisschool naar middelbare school – een periode waarin het opgroeiende kind moet leren zich staande te houden in een nieuwe omgeving. De steeds grotere druk om te presteren, met meer toetsen en verantwoordelijkheden, maakt het voor sommige jongeren extra uitdagend.
Jongeren die in hun jeugd nare gebeurtenissen hebben meegemaakt, lopen meer risico op faalangst. Denk aan:
Deze gebeurtenissen hebben vaak een negatief effect op het zelfvertrouwen van jongeren. Ze ervaren dat ze niet altijd controle hebben over hun leven en niet alles kunnen voorkomen. Hierdoor kunnen ze alerter en gespannener worden om zichzelf te beschermen tegen nieuwe zorgen.
Naast omgevingsfactoren spelen ook persoonskenmerken een rol bij faalangst. Jongeren met ASS (autisme) hebben bijvoorbeeld sneller last van spanningsklachten. Een middelbare school biedt weinig structuur, met constant veranderende roosters en onverwachte wijzigingen. Dit vraagt veel schakelen, waardoor het brein sneller overprikkeld raakt en minder goed kan ontspannen.
Andere kenmerken die faalangst kunnen versterken:
Deze eigenschappen kunnen jongeren onzeker maken over hun capaciteiten, wat spanning en faalangst verder vergroot.
In de klas kan faalangst zich op verschillende manieren uiten:
Faalangst kan ook fysieke signalen geven, zoals:
Een hoog stressniveau kan zelfs geheugenfuncties blokkeren, wat leidt tot blackouts tijdens toetsen. Ongeacht de intelligentie van de leerling, presteert hij of zij dan onder niveau. Teleurstellingen versterken vervolgens de onzekerheid, waardoor de faalangst verder groeit.
Om faalangst te verminderen, is het belangrijk dat jongeren hun angst leren bespreken. In de training leren jongeren:
We stellen tijdens de training bijvoorbeeld de vraag: “Waar ben je trots op wat je deze week hebt gedaan?” Dit helpt jongeren om oog te hebben voor wat goed gaat.
Een andere belangrijke oefening is het beoordelen van gedachten. Jongeren leren zichzelf vragen te stellen zoals:
Praktische voorbeelden zijn:
Naast school kunnen activiteiten in de vrije tijd, zoals sporten of een hobby, helpen bij het verminderen van faalangst. Deze activiteiten zijn vrijblijvend en bieden een fijne manier om zelfvertrouwen op te bouwen. Jongeren ervaren dat het niet iets is dat moet, maar iets dat mag – en dat kan een wereld van verschil maken.
***
Dit blog is voor Lisa Lelystad geschreven door jeugdpreventiemedewerkers van Welzijn Lelystad. De jeugdpreventiemedewerkers zijn er voor jongeren die op school vastlopen door problemen in de thuissituatie. Zoals bij een echtscheiding, persoonlijke problematiek van de ouders of financiële problemen.