De training 'Alles op zijn KOPP!' is er voor jongeren van ouders met psychische problemen en/of een verslaving.
Wil jij meer weten over de problematiek van je ouder(s)? Praten met leeftijdsgenoten die tegen dezelfde problemen aanlopen thuis? Tips krijgen voor het omgaan met jouw situatie? Dan is de training 'Alles op zijn KOPP!' er voor jou.
Voor wie?
De Alles op z’n KOPP training is voor jongeren van 8 t/m 12 jaar, met een vader/moeder met psychische problemen en/of met verslavingsproblemen.
Wat ga je doen?
Je gaat niet lang stilzitten. Wel ga je knutselen, bewegen, een spel doen en kletsen.
Onderwerpen waarover gesproken wordt:
Hoe en wat herken je?
Hoe en met wie kun je erover praten? (thuis en met anderen)
Welke informatie heb je nodig?
Hoe voel jij je en hoe ga je daar mee om?
Hoe krijg of houd je een positief zelfbeeld?
Eerstvolgende data en tijden
De eerstvolgende training start op 26 september.
De bijeenkomsten zijn op donderdag 26 september, 3 oktober, 10 oktober, 17 oktober, 24 oktober, 7 november, 14 november en 21 november 2024.
De bijeenkomsten duren van 15.30 - 17.00 uur. Vanaf 15.15 uur is de deur open.
Aanmelden
De training is gratis en je kunt je aanmelden via Welzijn Lelystad, 0320-707159 of informelezorg@welzijnlelystad.nl.
Meer informatie
De training wordt gegeven door Welzijn Lelystad en Tactus Verslavingszorg en vindt plaats in de Hanzeborg (zaal Parklokaal), Koningsbergenstraat 201 in Lelystad.
Heb je nog vragen over de cursus? Neem gerust contact op:
KOPP/KOV staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met Verslavingsproblemen (KOV). Op de website van Trimbos vind je informatie voor ouders met psychische of verslavingsproblemen, naasten van een KOPP-kind en KOPP-kinderen zelf.
Jongeren raken vaak ongemerkt en geleidelijk betrokken bij criminele activiteiten. Daarom is het belangrijk om signalen te herkennen en te weten wat je kunt doen als je vermoedt dat je puber zich bezighoudt met crimineel gedrag. Want hoe sneller jij of een professional in actie komt, hoe eerder hij/zij geholpen kan worden.
Wat te doen als je vermoedt dat je puber zich bezighoudt met crimineel gedrag?
In de puberteit vinden er grote veranderingen plaats in het leven van je kind. Het is logisch dat je je als ouder daardoor zorgen kunt gaan maken, zeker omdat je kind ineens op zoek kan gaan naar spanning en sensatie. Daarnaast wordt de mening van vrienden nog belangrijker in het vormen van hun eigen identiteit. Grenzen opzoeken hoort helemaal bij deze leeftijdsfase. Het is heel belangrijk om juist in deze fase in goed contact te blijven met je kind en het gedrag van je kind in de gaten te houden. Schroom ook niet om eens te vragen aan professionals: is dit nog gedrag wat past bij de leeftijd van mijn kind of gaat dit echt de grens over? Hoe eerder je erbij bent, hoe beter het is.
Signalen waar je op zou kunnen letten zijn bijvoorbeeld:
Je kind verandert plots extreem van gedrag zonder dat hier een directe reden voor is.
Je kind blijft tot erg lang weg, gaat op vreemde tijdstippen ineens naar buiten met een onduidelijke reden en zonder te vertellen waar het heen gaat.
Je kind praat nooit over vrienden, je ziet nooit vrienden maar je kind is wel vaak bij hen. Als je er om vraagt, praat je kind er omheen.
Als je één van deze signalen herkent, hoeft dit natuurlijk niet direct te betekenen dat je kind betrokken is bij criminele activiteiten. Maar het is wel goed om er met je kind over te praten of hulp in te schakelen van iemand uit je omgeving of van een professional.
Onder jeugdcriminaliteit verstaan we strafbaar gedrag gepleegd door jongeren tot en met 24 jaar.
Er zijn veel verschillende type delicten, bijvoorbeeld: geweldsmisdrijven, drugsmisdrijven, vandalisme, misdrijven tegen openbare orde en gezag, wapenmisdrijven, verkeersdelicten, cybercriminaliteit, vermogensmisdrijven en overige misdrijven.
Om jeugdcriminaliteit te voorkomen is voorlichting voor jongeren heel belangrijk, maar ook een goede samenwerking met en voorlichting voor ouders. Professionals, leerkrachten, (jeugd) agenten, sportclubs en familie hebben een grote taak in vroegtijdige signalering. Het is belangrijk dat zij op tijd aan de bel trekken op het moment dat er signalen zijn van jeugdcriminaliteit.
Signalen van jeugdcriminaliteit
Zichtbare signalen zijn bijvoorbeeld het bezig van bijvoorbeeld drugs op wapens, geld, sieraden of dure kleding. Ook hebben de jongeren bijvoorbeeld plotseling meerdere telefoons, zijn veel actiever dan normaal met bellen. Indirecte signalen zijn bijvoorbeeld vaker liegen, onduidelijk over waar ze zich bevinden, meer schoolverzuim, plotseling andere vrienden met zichtbaar veel geld, dure sieraden. Ook kunnen jongeren plots veel meer stress hebben, schichtig overkomen en feller zijn in hun reacties.
Naast signaleren is het heel belangrijk om in contact te blijven met de jongere, ze niet af te keuren maar ze te laten voelen dat ze niet alleen zijn. Grenzen stellen en in gesprek blijven zijn hierin belangrijke vaardigheden.
In Lelystad kennen we de Persoonsgerichte Aanpak (PGA). Met deze aanpak wil de gemeente criminaliteit en overlast door jongeren en (jong)volwassenen (vanaf 12 jaar) aanpakken en verminderen. Het uiteindelijke doel is het behouden van een veilige en leefbare stad. In Lelystad maken we onderscheid in de PGA voor personen ouder en jonger dan 18 jaar.
Voor wie is de PGA?
De PGA is voor jongeren/volwassenen die overlast geven en/of crimineel gedrag vertonen. En die met hun gedrag de veiligheid in de buurt op een negatieve manier beïnvloeden. Meestal is er bij deze mensen, naast crimineel gedrag, ook sprake van persoonlijke problemen of gedrags- en/of psychische problemen. Een gewone aanpak werkt hier onvoldoende. Voor een goed en blijvend resultaat is het nodig dat meer organisaties samenwerken (zorg, strafrecht en bestuursrecht).
Wat is normaal pubergedrag? Wat heeft je puber nodig, hoe ga je met je puber in gesprek, hoe begrens je en hoe onderhandel je? Deze vragen komen aan de orde tijdens de training Puber in huis van MDFlevoland.
Een zoon of dochter in de puberteit valt niet altijd mee. Hij of zij verandert in deze periode snel. Vind je het soms ook zo moeilijk om met haar of hem om te gaan? En zit je met vragen als: 'Mogen pubers zich kleden zoals ze willen?', 'Wat doe ik als ik merk dat mijn kind rookt of drinkt?', of 'Hoe houd ik positief contact met mijn puber?'? Dan is de cursus 'een puber in huis' van MDFlevoland (MDF) iets voor jou! Download de flyer.
Halt op School is een nieuw project van Preventie met Gezag op het Porteum, De Anger, De Steiger, De Wissel en het Aurum, Aeres en De Rede in Lelystad.
Tijdens een HALT-traject leren jongeren over de oorzaken van hun grensoverschrijdend gedrag en wat de gevolgen van dit gedrag zijn. Ze leren ook dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun keuzes en hun gedrag. En hoe ze in het vervolg moeilijke situaties anders kunnen aanpakken.
Het project ‘Halt op School’ loopt op het Porteum, De Anger, De Steiger, De Wissel en het Aurum, Aeres en De Rede in Lelystad. Hierbij wordt met voorlichting en persoonlijke begeleiding gewerkt aan het voorkomen van jeugdcriminaliteit door jongeren sterker en weerbaarder te maken. De exacte invulling wordt in overleg met de school zelf bepaald.
Het is onderdeel van Preventie met Gezag dat valt onder de gebiedsaanpak Samen Lelystad Oost. Hierin werken onder andere de gemeente, de politie, jongerenwerk en het onderwijs nauw samen om de leefbaarheid van de Zuiderzeewijk, Atolwijk, Boswijk en Waterwijk te verbeteren.
Signalen van ondermijning herkennen
Ondermijning gaat om criminaliteit waarbij de onder- en bovenwereld met elkaar zijn verweven. Een vorm van ondermijnende criminaliteit is drugshandel, waarbij corruptie, geweld, bedreiging en intimidatie worden gebruikt om zoveel mogelijk geld te verdienen. Sommige jongeren zijn kwetsbaar voor de verleidingen van dit ‘snelle geld’.
Jongeren zien elkaar op school, buiten op straat en online. Dus daar zijn ook de jongerenwerkers van Welzijn Lelystad te vinden: overdag, ’s avonds, in het weekend en op feestdagen. Al fietsend en lopend door de wijken spreken ze (groepjes) jongeren aan. Gewoon even gedag zeggen en vertellen wie ze zijn. Ze zijn de ouders van de straat.
Signaleren van behoeftes en vragen
Jongerenwerkers signaleren behoeftes en vragen, faciliteren en ondersteunen activiteiten op verschillende locaties. Zoals het meidenlokaal in wijkcentrum Plein201 in de Hanzeborg en het jongerenlokaal in Atolplaza. Ze zijn in de pauzes aanwezig bij Porteum, het Aeres VMBO Lelystad, het MBO College Lelystad en De Steiger.
Contact leggen
‘Door er veel te zijn, een praatje te maken en vervolgens activiteiten aan te bieden, ontstaat er echt contact. Pas dan kun je werken aan eventuele problemen. Dat kost tijd en die tijd hebben we ook nodig. Hoe harder het gedrag, hoe langer het duurt’, legt manager Karoline Sips uit.
Samenwerken met partners
Het jongerenwerk werkt samen met diverse partners, waaronder politie, jeugdboa’s, scholen, gemeente Lelystad en vele anderen. Ook is er contact met ouders indien dat wenselijk of nodig is. ‘We hebben diverse jeugdgroepen in beeld en die monitoren we, maar vergeet niet: ook jongeren die niet opvallen, kunnen uitdagingen hebben. Onze jongerenwerkers zijn er voor alle jongeren.’
Alle jongerenwerkers hebben accounts op sociale media als Instagram en Facebook. Daar kan je ze makkelijk bereiken. Je vindt het team ook via Instagram (@jongerenwerk0320) en op Snapchat (jongerenwerk.ls).
NHVeilig en Fier ontwikkelden BUIT voor professionals. Een beknopte en praktische e-learning voor professionals die met jongeren werken. In de e-learning BUIT voor professionals krijg je meer kennis, leer je hoe je signalen kunt herkennen, wat je hiermee kunt doen en welke partners je daarbij kunt betrekken.
Heb je het vermoeden dat je kind zich bezighoudt met criminele activiteiten en lukt het niet om hier zelf afspraken over te maken met je kind? Dan is het goed om hulp te zoeken. Dit zijn de plekken waar je terecht kunt voor informatie, advies en begeleiding:
De tijd gaat snel, je kind maakt de stap naar het VO. Als ouder weet je dat er veel gaat veranderen, maar hoe ga je daarmee om? Een andere school, nieuwe vrienden maken. En de puberteit: het lichaam en het gedrag ontwikkelen zich in een razend tempo. In deze workshop kijken we vooruit, krijg je informatie, wisselen we ervaringen uit en krijg je handige tips.
Wat is de impact van deze veranderingen op je kind...... en op jou als ouder?
Hoe kijk je zelf terug op je eigen puberteit?
Loslaten en in contact blijven. Hoe doe je dat?
De workshop wordt gegeven door Hetti en Marieke, trainers van MDFlevoland.
Data, tijden & locatie
Deze workshop wordt gegeven op:
Maandag 17 juni van 19.30 - 21.00 uur aan de Meenthoek 1, Lelystad
Aanmelden
Ben jij ouder van een zoon of dochter in groep 8 die straks naar het VO gaat? Meld je dan aan voor deze gratis workshop!
Stuur een e-mail naar: i.rijpma@mdflevoland.nl
******
De workshop Puberteit & de stap naar het VO is een initiatief van Lisa Lelystad in samenwerking met MDFlevoland
We ontvangen regelmatig signalen dat ouders zich zorgen maken over vapen, roken, snus en andere verleidingen. Jongeren zien vapen en snusgebruik vaak als veilig alternatief voor sigaretten roken. Het lijkt minder schadelijk omdat er geen tabak in zit. Maar ís dat ook zo? En hoe kun je als ouder in de opvoeding iets betekenen? Wij geven je informatie.
Helder Uit - Interactieve avond op 4 april 2024
Op donderdag 4 april organiseert Tactus i.s.m. de Gemeente Lelystad een interactieve avond met scènes van HELDER Theater over pubers en de verleidingen die zij tegenkomen in hun leefwereld. Deze avond is bedoeld voor opvoeders van jongeren tussen 12 en 18 jaar, duurt van 19.30 tot 21.30 uur, wordt gehouden in De Kubus en is gratis toegankelijk. Voor meer informatie en aanmelden, kun je terecht op www.tactus.nl/agenda of een e-mail sturen naar helderuit@tactus.nl.
Vapen en snusgebruik blijkt steeds populairder onder jongeren van 12 tot 25 jaar. Bijna net zoveel jongeren vapen als roken (Trimbos, september 2023).
Vapen betekent dampen. Het is de populaire naam voor het roken van een e-sigaret. Die wordt dan ook vape genoemd. Doordat vapes er cool uitzien en ze er met allerlei smaakjes zijn, zijn ze aantrekkelijk voor steeds jongere kinderen.
De meest wegwerp-vapes zien eruit als een markeerstift. Er zit een vloeistof in (e-liquid), die wordt verwarmd. De damp die hierdoor ontstaat, adem je in alsof je een sigaret rookt. In de vloeistof zit geen tabak, maar wel nicotine en andere schadelijke stoffen. Een vape bevat ongeveer 500 pufjes.
Smaakjes
Er zijn vapes met tabakssmaken, maar ook honderden andere, vooral snoepsmaken: suikerspin, marshmallow, aardbei, perzik etc. Heel aantrekkelijk dus voor kinderen. Inmiddels is het verboden om die smaakjes toe te voegen aan vapes en mogen er alleen vapes met tabakssmaken worden verkocht. Die zouden rokers kunnen helpen af te komen van het roken van sigaretten, maar zijn zelf ook heel verslavend.
Effecten op de hersenen
Vapen met nicotine heeft invloed op de hersenen. Tussen 10 en 24 jaar zijn die nog volop in ontwikkeling. Het deel van de hersenen dat gevoelig is voor beloningen is al wel ontwikkeld. Daarom werken die smaakjes in vapes zo goed. Maar uit onderzoek blijkt dat als kinderen en jongeren nicotine gebruiken, ze later meer kans hebben op:
Verslaafd raken aan andere drugs of alcohol
Stemmingsstoornissen
Slecht en minder lang kunnen concentreren
Ongezond en verslavend
Kinderen en jongeren denken niet snel dat vapen schadelijk is. Dat komt door de lekkere smaakjes en doordat vapen niet stinkt, zoals bij het roken van een gewone sigaret. Maar vapen is minstens zo verslavend als het roken van sigaretten. Dat komt door het nicotinezout dat erin zit. Deze vorm van nicotine voelt niet scherp in de keel, maar komt razendsnel in de hersenen terecht. Zo raakt uw tiener snel en ongemerkt verslaafd aan nicotine!
De vape (e-sigaret) lijkt dus onschuldig, maar is dat zeker niet. De vape is enorm verslavend; één vape bevat vaak meer nicotine dan een heel pakje sigaretten.
Artsen hebben daarom samen met ouders deze indrukwekkende video gemaakt. In deze video zijn ouders geïnterviewd over hun zorgen, terwijl hun kind, zonder dat zij dat wisten, op afstand zat mee te kijken.
De artsen adviseren ouders om de video samen met hun kinderen te bekijken en het gesprek aan te gaan. Op de website van Artsen slaan alarm vind je meer informatie, video's en tips om het gesprek met je kind aan te gaan.
Wat is snus?
Snus lijkt op een theezakje dat gevuld is met poeder dat bestaat uit nicotine. Door het zakje tussen je tandvlees en bovenlip te stoppen, komt de nicotine via kleine bloedvaatjes in je lichaam en hersenen terecht.
Snus zit in kleine, ronde blikjes en heeft verschillende smaken zoals Red Bull en watermeloen. Hierdoor is het extra aantrekkelijk voor jongeren. Mensen die snus gebruiken kunnen een nicotinevergiftiging oplopen. Als dit mild is geeft dit klachten als duizeligheid, misselijkheid en overgeven. Bij een ernstige vergiftiging kan iemand last krijgen van hoofdpijn, een onregelmatige hartslag en hoge bloeddruk. Ook zitten in (originele, Zweedse) snus maar liefst 28 kankerverwekkende stoffen. Snus verhoogt dus mogelijk de kans op neuskanker en mondkanker. Over de schadelijkheid van ingrediënten in nicotinezakjes is nog weinig bekend. Het is dus geen 'veilig' alternatief voor roken.
Net als sigaretten mogen ook vapes niet verkocht worden aan jongeren onder de 18 jaar. Toch wordt het verkocht op het schoolplein en via social media (Snapchat en Telegram). Bekijk maar eens dit filmpje van de NOS over snus dealen:
Invloed van ouders is belangrijk
In de puberteit zijn jongeren vooral bezig met hun eigen grenzen ontdekken en lijken ze zich weinig aan te trekken van wat ouders zeggen. Veel ouders vragen zich af: ‘is er eigenlijk nog wel íets wat tot ze doordringt..?’. Het antwoord is ja, ook al geven pubers soms hele andere signalen af.
Pubers morren, protesteren of vloeken misschien als hun ouders wat van ze willen. Maar ouders blijven een belangrijke invloed hebben. Uit internationaal onderzoek weten we ook dat Nederlandse jongeren een bovengemiddeld sterke band hebben met hun ouders. Daarom is het altijd goed om het gesprek met je kind over vapen aan te gaan.
Daarnaast speelt groepsdruk bij het vapen/roken vaak een rol. Als ouder kun je proberen je kind weerbaarder te maken. Leg uit dat wat een vriend of vriendin doet, lang niet altijd het goede is. En dat als iemand anders iets doet, het echt geen schande is dat hij of zij daar niet achteraan gaat. Laat je kind inzien dat hij of zij een eigen stel hersenen heeft en zelf beslissingen kan nemen.
Opvoedtips
Hoe ga je als ouder om met pubers en de verleidingen die ze tegenkomen? Dit zijn de belangrijkste tips:
Zorg dat u genoeg weet over vapen, snus en andere middelen
Dit is een (gratis) online cursus van 6 korte afleveringen (15 minuten) van Helder Opvoeden. Aan de hand van filmpjes wordt je meegenomen hoe de familie Peters hun puberkinderen opvoedt. Wat gaat er goed, en wat kan beter? De lessen geven je tips en tricks om met je kind over moeilijke onderwerpen te praten. Want als je als ouder weet wat er echt aan de hand is, kun je vaak beter met het probleem omgaan. Bekijk de cursus hier: https://www.helderopvoeden.nl/pratenmetuwkind
8 tips om met je zoon/dochter in gesprek te komen en te blijven
Een ‘goed gesprek’ met je puber; het kan soms een hele uitdaging zijn! Omdat je kind geen zin heeft om te praten en al begint te zuchten nog voor je je vraag hebt gesteld. Of omdat het sinds de puberteit alleen nog maar lijkt te kunnen reageren met oneliners als ‘gaat wel’ en ‘weet ik niet’. En dat terwijl er toch best wel wat belangrijke topics zijn om het eens over te hebben met je puber; uitgaan, drank en drugs, het smartphonegebruik of gamegedrag, vapen, seksualiteit, de schoolprestaties, taakjes in huis, … In dit artikel een aantal algemene tips om met je puber in gesprek te komen (en te blijven!)
Blijf nieuwsgierig en begin een gesprek met iets luchtigs en positiefs; ‘Wat ging er goed vandaag?... Hoe was het online vandaag? …Waar heb je om gelachen?’. Stel open vragen als je meer wil weten over de belevingswereld van je kind. Vragen als “Hoe was dat voor jou?” of "Wat vind je daar eigenlijk van…?” kunnen helpen en soms verrassende antwoorden opleveren. Je kunt ook suggesties doen, maar probeer te voorkomen dat je gaat ‘invullen’. Hierdoor kan de ‘deur’ weer dicht gaan.
2. Toon interesse
Oprechte interesse tonen in het verhaal van je kind is de basis voor een positief verlopende communicatie met je puber. En dat is ingewikkelder dan het misschien lijkt. Want hoe vaak komt het niet voor dat je je kind naar iets vraagt, terwijl je met iets anders bezig bent of je hoofd er niet echt bij hebt? Op die momenten is het lastig om echt aandachtig te luisteren naar wat je kind te zeggen heeft. En voor je het weet, trap je in een van de valkuilen, als oordelen, preken of het aandragen van oplossingen en adviezen. En hoe goedbedoeld ook; dat is toch echt iets anders dan oprechte interesse tonen! Houd je eigen mening dus zoveel mogelijk voor je en geef je kind de tijd zijn/haar verhaal te doen, zonder dat je steeds inbreekt. Zeg daarna pas wat je zelf vindt of wilt. Bij pubers geldt in het bijzonder dat luisteren minstens zo belangrijk is als praten! Tot slot; hou er rekening mee dat je kind niet álles met je wil en hoeft te spreken. Dat hoort erbij. Bepaalde topics zijn nu eenmaal meer geschikt om met leeftijdsgenoten te delen.
3. Komt het uit?
Niet alleen jouw hoofd moet leeg zijn om op een goede manier in gesprek te komen met je puber. Je kind moet ook open staan voor een gesprek. Wanneer het de avond ervoor flink op stap is geweest, het net thuis komt na een lange dag school of als het ruzie heeft gehad met een vriend/vriendin is dat misschien niet het juiste moment om te praten. Respecteer het wanneer je kind aangeeft niet te willen praten. Maar wees er wel duidelijk in dat dit niet betekent dat het gesprek helemaal niet gevoerd zal worden! Andersom geldt ook dat jij je als ouder niet onder druk hoeft te laten zetten om direct antwoord te geven op een vraag van je puber. Ook dan kun je aangeven dat je er eerst nog even over wil nadenken en een moment afspreken waarop jullie erover kunnen verder praten.
Ook goed om in je achterhoofd te houden; vaak ontstaan de beste gesprekken met een puber tijdens de ‘gewone dagelijkse bezigheden’. De meeste jongeren vinden dit ook veel prettiger dan een gesprek waar jullie speciaal voor gaan zitten. Wanneer jullie samen met iets bezig zijn, kan je kind makkelijk het oogcontact vermijden als het ’t even lastig heeft. Zorg er dus voor dat je – ook al is je kind nu ouder en zelfstandiger – toch veel thuis bent met je kind, zodat je gebruik kunt maken van deze dagelijkse momenten. Wat ook helpend kan zijn in het kiezen van het juiste moment, is om gebruik te maken van aanknopingspunten in het dagelijks leven. Een bepaalde scene in een serie of film, een incident op school of een artikel in de krant…
4. Let op je gesprekstechnieken
Een volgende basisregel in de communicatie met je puber is dat het belangrijk is erop te letten dat het gesprek niet verzandt in ‘praten tegen’ in plaats van ‘praten met’. In dit kader is het de kunst om vragen te stellen die je kind uitnodigen om verder te vertellen. Vaak helpt het als je open vragen stelt om meer te weten te komen over de mening of belevingswereld van je puber. Een vraag als ‘hoe was dat voor jou?’ kan vaak verrassende antwoorden opleveren. Je kunt ook suggesties doen als ‘kan het misschien zijn dat je … omdat je …?’. Maar let erop dat je niet te veel gaat invullen hoe je kind zou voelen, denken of mankeren. Want dan loop je het risico dat je kind zich afsluit en dan ben je de verbinding kwijt. Let er ook op dat je niet te veel vragen achter elkaar stelt; je wil immers een gesprek en geen verhoor. In het verlengde daarvan; bespreek een onderwerp per keer en ga er niet nog van alles bij halen omdat je blij bent dat je eindelijk in gesprek bent. Dat zal je kind een volgende keer wellicht afschrikken om weer aan een gesprek te beginnen.
5. Wees een veilige haven
Als je wil dat je puber het gevoel heeft dat hij/zij met alles bij je terecht kan, is het belangrijk ervoor te zorgen dat je kind zich ook veilig voelt om te vertellen. Vaak lopen gesprekken over ‘gevoelige thema’s’ stroef, omdat je puber bang is voor wat je van hem/haar zou vinden als je het hele verhaal zou hebben gehoord. Probeer dus zo neutraal mogelijk te reageren. Ook als je dingen te horen krijgt waar je wel een duidelijke mening over hebt.
Probeer ook in die situaties eerst oprecht te luisteren en open vragen te stellen. En kom niet direct met oordelen, adviezen of oplossingen. Wil je je kind toch aanspreken op een bepaald voorval? Let er dan op dat je het gedrag van je kind afkeurt en niet hem of haar als persoon. Je kunt daarbij prima aangeven dat je je door het gedrag van je kind boos of teleurgesteld voelt. En ook aan je kind vragen hoe hij/zij denkt de situatie te gaan oplossen.
6. Fouten zijn OK
In het verlengde van voorgaande tip; het is belangrijk dat je je puber de ruimte geeft om fouten te maken, daarvan te leren en deze ook weer te herstellen. Daarmee leer je je kind om verantwoordelijkheid te dragen. Laat je kind dus zelf oplossingen bedenken voor ‘problemen’ die zijn ontstaan door zijn/haar eigen handelen. Wees daarbij niet te kritisch; wanneer je de ideeën van je kind meteen van tafel veegt, is de kans immers groot dat het gesprek daarna klaar is. Probeer de oplossingen of argumenten die je kind bedenkt dus altijd serieus te nemen, ook al heb je je twijfels. Kijk samen naar de haalbaarheid van de verschillende ideeën. Waarschijnlijk komt je kind dan zelf wel tot de conclusie dat die ene oplossing misschien toch niet zo goed is. En zo niet; waarom zou je je kind dat niet zelf laten ervaren? Misschien pakt het beter uit dan jij had verwacht? En anders is je kind weer een ervaring rijker!
7. Gun jezelf en je puber een pauze
Merk je dat de emoties op een bepaald moment te hoog oplopen om nog onbevooroordeeld en rustig naar je kind te kunnen luisteren en samen te zoeken naar oplossingen? Of merk je dat het je kind op dat moment niet lukt om op een rustige manier te praten? Probeer dan niet om koste wat kost toch dat gesprek te voeren. Het is prima om even een moment van rust in te lassen en aan je puber aan te geven dat jullie er later op terug zullen komen. Jullie kunnen dan allebei laten bezinken wat er gezegd is en misschien tot nieuwe inzichten komen, waardoor een volgend gesprek anders zal verlopen. Soms kan het ook helpen om eerst allebei op te schrijven wat jullie willen zeggen en dit aan elkaar te laten lezen. Zo creëer je ruimte om na te denken voordat er gereageerd gaat worden.
7. Houd het positief
Als de communicatie of het contact tussen jou en je kind een periode moeizaam gaat, kan er makkelijk een negatieve spiraal ontstaan, waardoor de afstand tussen jullie alleen maar groter wordt. Probeer dit te voorkomen. Waak er als ouder voor dat je hetgeen je kind doet te veel op jezelf betrekt of gaat zien als een persoonlijke aanval of afwijzing. In het algemeen geldt dat pubers zich niet verzetten om de ouder af te wijzen of dwars te zitten, maar dat ze vooral heel erg worstelen met zichzelf. Juist omdat ze weten dat ze jou als ouder niet zomaar kunnen kwijtraken, is het veel veiliger om zich op jou af te reageren dan op hun vrienden. Wellicht dat deze wetenschap je ook kan helpen om je kind positief te blijven benaderen, hoe bont hij of zij het ook maakt. En al lijkt het misschien alsof je kind je niet hoort; blijf complimentjes geven voor de dingen die het wel goed doet. Al zijn ze nog zo klein; bijvoorbeeld ‘lief van je dat je met je vriendin mee naar huis reed’. Ook als je het niet met elkaar eens bent, kunt je je kind wel bekrachtigen in dat je het fijn vindt dat het verteld heeft hoe hij/zij erover denkt.
Wil jij meer weten over hoe het puberbrein precies werkt of ben je op zoek naar handige tips om thuis aan de slag te gaan met het maak- en leerwerk? Regelmatig organiseert Lyceo gratis webinars, zowel voor ouders als voor leerlingen. Deze webinars zijn voor iedereen gratis toegankelijk. In onderstaand overzicht vind je de eerstvolgende webinars. Tijdens het webinar is er ook ruimte om vragen te stellen via de chat.
Wil je graag een webinar volgen? Meld je dan aan via https://www.lyceo.nl/aanmelden-webinar. Je ontvangt dan per mail een online toegangslink en verdere informatie.
TIP: Ben je niet in de gelegenheid om het webinar op het moment zelf bij te wonen? Neem dan even contact op met Lyceo, want ze sturen je op verzoek graag de terugkijk-link toe!
April
– donderdag 11 april om 20.00 uur: Puberbrein
– donderdag 25 april om 20.00 uur: Mediawijsheid
Mei
– dinsdag 7 mei om 20.00 uur: Tips voor thuis
***
Inhoud webinars
Webinar Basisvaardigheden basisschool
Het belang van lezen, taal en rekenen
Masterplan basisvaardigheden
Hoe ondersteunt u uw kind thuis met schoolwerk?
Boekentips
Hoofd, hart & lijf in balans
Webinar 'Klaar voor de brugklas?'
Wat zijn effectieve methodes om in te zetten ter bevordering van leer- en studievaardigheden?
Tips voor thuis om uw brugklasleerling zo goed mogelijk te ondersteunen
Algemene hoofd, hart, lijf tips
Webinar Tips voor Thuis
Succesvol huiswerk maken en leren:
De werkplek
Plannen
Actief leren
Ouderbetrokkenheid: het ondersteunen van je kind
Hoofd, hart en lijf: de leerling in balans
Webinar Mediawijsheid
(Social)mediagebruik
Het puberbrein
Hoe gaat mijn kind goed om met social media?
Influencers, fake news, gaming, privacy, online pesten en sexting
Schermtijd
Webinar Puberbrein
Breindomeinen
De puber is een avondmens
Feedback geven
Ondersteuning bieden bij het schoolwerk
In de puberteit is contact met leeftijdgenoten heel erg belangrijk. Sociale media zijn dan ook populair bij jongeren. Als ze geen internet hebben om contact te kunnen maken met hun vrienden, kunnen ze zich heel eenzaam voelen. Online contact is een aanvulling op offline contact.
Social media ontdekken (12-15 jaar)
Jonge pubers (12-15 jaar) zijn nog aan het ontdekken hoe online communicatie werkt. Ze begrijpen elkaar vaak verkeerd, er ontstaat pestgedrag en ze maken veel ruzie. Ook zijn ze erg bang om buitengesloten te worden. Hierdoor moeten ze van zichzelf misschien alle berichtjes lezen, ook al zijn het er honderden.
Meer vertrouwd met social media (16+)
Oudere pubers (16+) zijn meestal al wat meer vertrouwd met sociale media en maken minder ruzie. Ook het digitale pesten neemt af. Zij gebruiken sociale media vooral om:
goed op de hoogte te zijn van wat iedereen doet;
te weten wat er te doen is in het weekend;
te weten welke afspraken er gemaakt worden;
zelf afspraken te maken.
De meest gebruikte apps
Er zijn veel verschillende apps om met elkaar te kunnen praten, maar Snapchat en Instagram zijn onder pubers het meest populair. Hier kunnen ze 'verhalen' maken en delen met hun vrienden. Bij Snapchat kunnen ze allerlei grappige filters gebruiken voor hun foto's. Je kan bijvoorbeeld een selfie maken, waarop je eruit ziet als een lief konijntje of als een 'dragqueen'. WhatsApp gebruiken ze ook wel, maar dat heeft vaak meer praktische redenen. Ze gebruiken het bijvoorbeeld om gratis te bellen of omdat ze in een WhatsApp-groep zitten met de klas of met het sportteam.
Het verschil tussen Instagram en Snapchat
Instagram is een platform om jezelf te laten zien aan de buitenwereld. Je laat jezelf zien zoals je wilt zijn en gezien wilt worden. Voor pubers is dit erg belangrijk. Het kan zelfs je status bepalen. Ze laten bijvoorbeeld hun nieuwe schoenen of kapsel zien of hoe ze met vrienden chillen. Als anderen dit liken geeft dat een goed gevoel. Maar als je geen likes krijgt, geeft dat het gevoel dat je blijkbaar niet populair bent.
Snapchat draait juist om het directe contact met vrienden. Hier ben je echt onder elkaar en niemand anders kijkt mee. Hier bevestigen en versterken pubers hun vriendschap met elkaar. Ze delen beelden met elkaar die anderen niet zien. Door elke dag bijvoorbeeld minstens één foto uit te wisselen, bouw je een 'streak' op.
Ontdekken wie je bent
Pubers gebruiken dit soort media voor hun eigen ontwikkeling. Door in contact te staan met vrienden, ontdekken ze wie ze zijn. Door sociale media te gebruiken leren ze ook wat je er wel en niet aan hebt.
Groepsdruk
Jonge pubers kunnen lijden onder grote druk om steeds alle berichten te moeten lezen die via de smartphone binnenkomen. Leer ze daarmee omgaan. Praat over die groepsdruk, zodat ze keuzes leren maken. Zorg dat ze genoeg momenten hebben om er ook even los van te zijn: even zonder mobiel.
Problemen met slapen
Sociale media kunnen je kind tot laat bezighouden. Het is dan moeilijk om in slaap te vallen. Steeds vaker krijgen pubers hierdoor moeite met slapen. Als ouder kun je een belangrijke rol spelen in het slaapgedrag van je kind.
Wanneer mag je puber beginnen met social media?
Vanwege de privacywet mag je kind pas met 13 jaar een eigen account maken, en dan nog alleen met toestemming van de ouders. Pas met 16 jaar kan je kind zonder toestemming accounts aanmaken.
Tipsheet met handige tips
Het is moeilijk om precies te weten wat je puber allemaal doet en ziet op sociale media. Dat is ook niet erg: je kind heeft die vrijheid nodig om zich te ontwikkelen. Maar ze kunnen nog niet overzien wat de gevolgen zijn. Daarom is het goed om te blijven praten over wat je kind ziet en meemaakt en om regels aan te geven. Hierover maakten we samen met Welzijn Lelystad de handige tipsheet 'Praten over sociale media'.
Je puber kan op internet allerlei seksueel getinte foto's en filmpjes tegenkomen. Ook kunnen pubers zelf intieme foto's of filmpjes van zichzelf versturen. Als onderdeel van de seksuele opvoeding, is het goed om hier met je kind over te praten. Presentatrice Fiona en deskundige Ingvil de Haan van Rutgers, Kenniscentrum Seksualiteit, geven in dit filmpje tips.
Wil je meer informatie over pubers en sociale media? Kijk dan op GroeiGids.nl!
Is jouw puber soms onzeker? Dat hoeft op zich geen reden te zijn tot bezorgdheid. Want onzekerheid hoort er (tot op zekere hoogte) bij in de puberteit. De puberteit is voor kinderen namelijk een periode van grote veranderingen op allerlei vlakken. En deze veranderingen kunnen je kind (tijdelijk) onzeker maken. In dit artikel lees je wat maakt dat puberteit en onzekerheid zo met elkaar verbonden zijn!
De invloed van vrienden
Vanaf de leeftijd van 12 jaar begint het gevoel van zelfwaardering bij de meeste pubers te dalen. Dit heeft ermee te maken dat kinderen zich in deze leeftijdsfase steeds meer gaan richten op en meten aan leeftijdsgenoten. Waar ouders tot dan toe de belangrijkste (voorbeeld)rol speelden, verschuift de focus in de puberteit steeds meer naar vrienden. Het wordt steeds belangrijker om ‘erbij te horen’. Goedkeuring en bevestiging uit de groep zijn ook zeer belangrijk voor het gevoel van eigenwaarde. Voor pubers betekent dit veelal dat men ‘net zo wil zijn’ als die populaire jongens en meiden waar men bij wil horen. Daar moet je als puber (gevoelsmatig) veel voor doen en er hangt veel vanaf! Dat kan onzeker maken.
Focus op uiterlijk
En net in de periode dat de goedkeuring van vrienden zo belangrijk is, treden er allerlei lichamelijke veranderingen op waar je nauwelijks invloed op kunt uitoefenen. Pubers kunnen zich (met momenten) heel onzeker voelen over hun (veranderende) lichaam. Dit wordt versterkt doordat pubers geneigd zijn om zich voortdurend te vergelijken met anderen in het ontwikkelen van hun eigen identiteit. De ideaalplaatjes die ze daarbij de hele dag tot zich nemen via social media werken daarbij natuurlijk niet bepaald bevorderlijk voor het gevoel van zelfvertrouwen.
Nieuwe omgeving
Aan het begin van de puberteit maken kinderen de overstap naar de middelbare school. Maar ook later in de puberteit, als je kind begint aan een vervolgstudie, kan onzekerheid opnieuw de kop op steken. Je kind komt namelijk in een nieuwe omgeving, met nieuwe ‘regels en afspraken’ waar het aan moet wennen. Het moet zich een plekje verwerven in een nieuwe groep. En er zijn ook allerlei nieuwe eisen die worden gesteld. Zoals op de middelbare school bijvoorbeeld het maken van huiswerk, proefwerken en werkstukken. En bij een vervolgopleiding misschien presentaties geven voor een groep of stage lopen. Dit kan bij je kind allerlei vragen en twijfels oproepen. ‘Kan ik dat wel?’, ‘Durf ik dat wel?’, ‘Wat als ik het verpruts?’ of ‘Zal men mij niet stom vinden?’.
Het puberbrein
En dan is het nog zo dat ook het brein een enorme ontwikkeling doormaakt tijdens de puberteit. Doordat het brein volop in ontwikkeling is, kan de gemiddelde puber (nog) niet wat een volwassene kan op het gebied van planning en organisatie. Helaas willen de volwassenen in de omgeving van de puber dit nogal eens vergeten! Er wordt namelijk best veel van jongeren gevraagd op dit gebied. En als dit niet lukt, wordt snel gedacht dat er sprake is van onwil. Terwijl er heel vaak ook sprake is van onvermogen. Wanneer pubers regelmatig tegen dit soort zaken aanlopen en negatieve reacties krijgen uit hun omgeving, kan hen dit op den duur ook doen geloven dat ze het nooit goed doen, niet goed genoeg zijn, etc.
Het juiste perspectief
In de puberteit verandert er dus veel, op allerlei gebieden. En er worden tal van nieuwe eisen aan je gesteld. In die zin is het ‘normaal’ dat je daardoor gaat twijfelen of je wel aan deze eisen kunt voldoen. En ook zo nu en dan de inschatting maken dat iets gaat mislukken, is ‘normaal’. Wat bij pubers echter vaak anders gaat dan bij volwassenen, is dat het voor pubers lastiger is om dingen te relativeren en in het juiste perspectief te zien. Dit maakt dat sommige pubers de gevolgen van ‘een mislukking’ te groot inschatten. Iets wat objectief gezien ‘vervelend’ is, kan in de ogen van een puber aanvoelen als iets ‘verschrikkelijks’. Waardoor hij of zij zich ook echt diep ongelukkig kan gaan voelen.
Spiraal
Het feit dat ‘falen’ voor pubers, zoals hierboven beschreven, een enorme impact kan hebben, maakt hen ook gevoeliger om in een negatieve spiraal terecht te komen. Dit gebeurt wanneer een puber, door een negatieve ervaring of soms ook alleen de angst voor een negatieve ervaring, bepaalde situaties gaat vermijden. Waardoor de onzekerheid als het ware in stand wordt gehouden. Want als je het niet probeert, kun je ook niet ervaren dat het (uiteindelijk) wel lukt. Of dat het eigenlijk wel mee viel en je jezelf onnodig gek hebt gemaakt. Als je door confrontaties uit de weg te gaan, niet dit soort ‘succeservaringen’ op kunt doen, wordt het ook lastiger om je zelfvertrouwen op te bouwen.
Onzekerheid bij pubers kun je herkennen aan:
Met het hoofd omlaag lopen.
(langdurig) oogcontact vermijden.
Negatief over zichzelf praten.
Negatief over anderen praten, veel roddelen.
Erg dramatisch kunnen doen over dingen.
Zich terugtrekken of afsluiten van de buitenwereld.
Het Rots en Water programma helpt kinderen en jongeren beter te communiceren en zich beter te voelen. Het helpt ook om problemen te voorkomen of te verminderen, zoals pesten, ruzies, buitensluiting en groepsdruk. Neem voor meer informatie of aanmelden contact op met Sarica Marapengopie van MEE Samen via telefoonnummer 06-3099 8005 of e-mail.
Liefde is ook loslaten. Je kind toestaan om te ontdekken, fouten te maken, oplossingen te bedenken. Daar leren ze van, daar groeien ze van. Ik weet dat allemaal en toch vind ik loslaten een van de moeilijkste dingen om te doen. Met drie kinderen in verschillende leeftijden (bijna 12, 9 en 4,5 jaar) is dit voor mij een terugkerend thema.
De eerste schooldag
Mijn jongste dochter is vorig schooljaar gestart met school. Ze was er enorm aan toe, maar ik stiekem nog niet. “Ineens” zaten alle drie mijn kinderen op school en daarmee sloten we toch wel even een tijdperk af. Dapper liep ze het schoolplein op, maar toen kwamen toch de tranen. Ze klampte zich aan mij vast en ik voelde dat de tranen ook over mijn wangen liepen. Ik zei dat ik heel goed begreep dat zij het spannend vond, maar dat ik er ook alle vertrouwen in had dat zij een leuke dag zou hebben. Ik fluisterde in haar oor dat ik heel veel van haar hield en dat ik haar ‘s middags weer kwam ophalen.
Nadat ik haar nog een laatste dikke knuffel gaf, nam haar lieve juf haar over, terwijl ze nog een laatste keer naar mij zwaaide. Ik blies een kushandje en verliet langzaam het schoolplein; loslaten.
Doorgroeien
Mijn zoon zit nu twee jaar op kickboksen en een paar weken geleden kwam hij heel blij thuis. Hij keek mijn man stralend aan (die had hem opgehaald) en mijn man keek trots terug. Vol verwachting wachtte ik op het nieuws dat mijn zoon blijkbaar had. Hij vertelde trots dat hij door mocht naar de volgende groep; de 15+ groep. Zijn trainer had aangegeven dat het trainen heel goed ging en dat hij in de oude groep niet helemaal tot zijn recht kwam.
Ik gaf mijn zoon een dikke knuffel en zei dat ik heel trots op hem was. Trots op hoe hij zich inzet tijdens de lessen en op zijn leergierigheid. Ook benoemde ik dat ik het zo fijn vond om te zien dat hij zoveel plezier in zijn sport heeft, want dat vind ik het allerbelangrijkste. Ook zei ik dat ik het heel stoer vond dat hij naar de 15+ groep mocht.
Stiekem vond ik het best eng, mijn 9 jarige zoon tussen jongens en meiden van rond de 15 jaar. Voor de eerste les had ik lichte buikpijn en spookten er allerlei gedachten door mijn hoofd, maar ik gaf hem een dikke knuffel en wenste hem heel veel plezier; loslaten.
De stap wagen
Mijn oudste dochter is dit schooljaar gestart op de middelbare school én ook nog in een andere stad. Begin groep 8 zag ze er enorm tegenop om naar de middelbare school te gaan. Dat maakte het proces van loslaten voor ons als ouders niet makkelijker. We hebben haar angsten aangehoord en haar erkend in haar gevoel, want laten we eerlijk zijn; die stap naar de middelbare school is ook gewoon heel spannend. Tegelijkertijd hebben we ook het vertrouwen uitgesproken dat zij klaar was voor die stap.
Samen met haar zijn stapje voor stapje die angsten aan gegaan. Dit hebben we gedaan door te vragen waar ze precies bang voor was, hoe het eruit zou zien als ze niet bang zou zijn en welke stapjes ze kon zetten om tot die situatie te komen.
We zagen haar groeien en tijdens de vakantie sprak ze uit dat ze eigenlijk wel zin had om naar de middelbare school te gaan. Ik vond dat zo mooi om te horen, dat ik tranen in mijn ogen kreeg. Ik gaf haar een dikke knuffel en zei dat ik heel trots op haar was en op hoe zij het afgelopen jaar aan haar angsten en onzekerheden heeft gewerkt. Ook benoemde ik dat wij er altijd voor haar (en haar broertje en zusje) zullen zijn en dat er thuis áltijd een plek voor haar is.
En toen brak haar eerste schooldag aan; met lichte spanning, maar vooral veel zin liep ze de school binnen. We hoefden natuurlijk niet mee te lopen, ze gaf in de auto een laatste kus en zonder om te kijken liep ze richting de school; loslaten.
Mijn jongste dochter had binnen een mum van tijd haar plekje op school gevonden, ze gaat met plezier naar school, heeft vriendinnetjes en is ontzettend leergierig. Mijn zoon gaat elke week met enorm veel plezier naar kickboksen en komt nog blijer weer thuis. Hij vindt de fysieke uitdaging geweldig en kan het goed vinden met de andere (oudere) kinderen. En mijn oudste dochter heeft een ontzettend leuke start gemaakt op haar nieuwe school. Ze vindt de school heel fijn, heeft al vriendinnen gemaakt en gaat met plezier naar school.
Loslaten
Natuurlijk had het allemaal heel anders kunnen lopen, maar ook dan hadden zij hun weg wel gevonden. Ik kan ze niet tegen alles beschermen en dat moet ook niet. Dus hoe moeilijk ik dat soms ook vind; ik laat ze los en geef ze het vertrouwen dat zij in staat zijn hun eigen weg te bewandelen en hun problemen zelf op te lossen. Tegelijkertijd laat ik ze weten dat wij er altijd zullen zijn en helpen als zij dat nodig hebben.
En is dat niet wat we als ouders het liefste voor onze kinderen willen; dat zij voldoende zelfvertrouwen hebben en voldoende vaardigheden bezitten om met tegenslagen om te kunnen gaan. Maar dat zij ook weten dat zij altijd een plek zullen hebben waar zij naartoe kunnen als ze het even niet meer weten!
***
Dit blog is geschreven door Selina. Zij heeft haar eigen coachpraktijk de Roze Donderwolk voor (zwangere) vrouwen met angstklachten of een depressie en is kindcoach.
Heb jij een vraag over het gedrag, de opvoeding of de ontwikkeling van je kind? Wij denken graag met je mee! Bel of mail voor tips en persoonlijk advies.